2e ronde Provinciaal Kampioenschap
(door Jaap van Hal)
Harry Zandvliet ging tegen Jack Mondt gelijk in de aanval. Met meerdere ruiltjes kwam hij naar voren, maar kwamen er ook gaten in zijn stand. Hij vergat deze te sluiten, dan wel goed te verdedigen waardoor Jack de kans op een combinatie kreeg. Hoe Harry ook sloeg, hij ging minimaal een schijf verliezen. Harry was zo teleurgesteld dat hij niet speelde maar gelijk opgaf en direct naar huis ging. Beter is om de combinatie helemaal uit te spelen om dan te kijken wat de
stand is. Opgeven kan altijd nog.
Ook in de partij van Malahé en Teijn speelden ruiltjes een belangrijke rol, want Pertaphad na circa 25 zetten een stevige stelling en Frans een losse opstelling, waarbij overal schijven stonden. Dat bracht echter nog geen voordeel op het bord. Frans kon zijn centrum versterken en Pertap moest zijn stand wat uit elkaar gooien. Helaas werd het rond de 42e zet onduidelijk wat er gespeeld werd. De voortzetting lijkt goed, want Pertap vertelde later dat hij wachtte met een doorbraak. De laatste zetten zijn niet genoteerd zodat niet duidelijk is hoe Pertap heeft gewonnen.
Bonne Douma en Hans van Woerkom hielden beiden de stand gesloten. Er werd geen voordeel behaald en pas tegen het einde van het middenspel kwam tekening in het spel. Bonne had een zwaar bezette linkervleugel tegenover een centrum van Hans. Hans ging daarom op zijn linkervleugel in de aanval. De schijven kwamen steeds meer bij elkaar te staan zonder voordeel op het bord. Op dat moment nam Bonne onnodig een combinatie. Hans verkreeg overmacht en won de partij.
De ‘belangrijke’ partij (hoogste ratings) ging tussen Gerard de Groot en Nico Leemberg. Vanaf de zesde zet (Gerard voorkomt de hekstelling) geeft Flits aan dat Gerard licht voordeel heeft. Dat werd minder toen hij een 2 om 2 speelde om daarna de rechtervleugel van Nico vast te zetten. Was de 2 om 2 nodig? Nico maakte het daarna makkelijker door een ruil in het centrum en even later een damcombinatie mogelijk te maken (zie Toernooibase, 23e zet). Gerard pakte de kans echter niet. Even later ruilde Nico naar de vleugel waardoor deze overbelast werd. Ook hier was Gerard weer vriendelijk door verkeerd te ruilen, maar hij kon wel de vleugel blijvend vastzetten. Toen Nico een strategisch veld kon bezetten draaide het voordeel om en verkreeg hij een winnende stand. Toen hij uit de opsluiting ging liet hij de winst liggen en liep de partij remise.
Pertap is nu de enige dammer zonder puntverlies.
Vorronde A en B
Parker Richardson speelde dus op 9 maart zijn eerste partij en wel tegen Nerin Bisseswar. Hij bouwde een goede stelling (piramide) in het centrum op, waarbij Nerin meer de kanten op zocht. Toen Nerin twee keer een schijf naar 35 bracht had Parker naar voren kunnen ruilen, maar deed hij dat niet. Daardoor behield hij zijn mooie stelling, maar deze had hij juist kunnen versterken door verder op te rukken. Hij leek even schijfvoordeel te kunnen pakken, maar Nerin kon dat met een
grote ruil voorkomen. Direct daarna verdedigde Parker niet goed waardoor Nerin schijfwinst kon pakken en daardoor even later de winst.
In de partij tussen Hedwig Callender en Jeremy Pauwels bouwde Hedwig zodanig op dat Jeremy al bij de tiende zet (47-41) groot voordeel verkreeg. Hij was echter zo vriendelijk om het Hedwig makkelijker te maken door direct te ruilen. Het voordeel van Jeremy kwam weer terug toen Hedwig een vreemde voorpost nam (speelde hij op een zetje?). Hedwig kreeg nog de mogelijkheid om te voorpost te verstevigen en had het geluk dat Jeremy een voordeeltje liet liggen.
De combinatie kwam ook in de partij, maar met het verschil dat Hedwig ook een dam haalde. Daarna werd de partij met een dam aan beide kanten en nog veel schijven op het bord heel ingewikkeld. Hedwig kreeg nog mogelijkheden op de winst, maar die waren tijdens de partij astig te berekenen (zie Toernooibase). Ze werden niet gepakt en de partij liep remise.
De ‘belangrijke’ partij in deze groep ging tussen Edwin Remmerswaal en Harold Jagram. Harold pakte al snel weer ‘zijn’ ruiltje en ruilde direct daarna naar een tempivoordeel van 5, die hij al snel weer weggaf. Daarna zocht Harold de vleugels op, maar werd dat hem gedeeltelijk verhinderd. Met een 10 om 10 op bord hadden de schijven van Edwin een beter onderlinge binding dan die van Harold, maar gaf dat geen voordeel (zie diagram). In deze diagramstand kon Harold een goede doorbraak forceren, maar deed dit niet. Daarna werden nog een paar kansen op remise gemist. Harold liep vast en kon de schade met een grote ruil beperken, maar dat kon het verlies niet voorkomen. Daarmee haalde Edwin een belangrijke overwinning voor de rest van het toernooi.
Menno Kamminga bouwde tegen Wynton Meijer (net als Parker tegen Nerin) goed op, maar besloot om zijn randschijf op 36 te zetten, waardoor hij het zichzelf moeilijk maakte om twee redenen: 1. De zet was onnodig en zwart kreeg de kans om de vleugel vast te zetten en 2. Hij kon de positie niet versterken met 47 omdat er dan een damzet mogelijk werd. Dat laatste deed hij helaas wel waardoor Wynton eenvoudig naar dam combineerde. Enkele zetten later kwam er een andere combinatie op bord waardoor de partij snel verloren ging. Menno bouwt dus goed op, maar moet nog combinaties leren (voorkomen).
Porter Richardson speelde tegen Gerard Peroti en bouwde ook een goede stelling op. Zijn tegenstander deed dat ook waardoor lange tijd de partij gelijkwaardig was. Bij de 25e zet speelde Porter een leuke ruil, door eerst een schijf te geven, dan te dreigen en tot slot de schijf weer terug te pakken. Door deze ruil werden de schijven van Gerard uit elkaar gegooid. Daardoor verkreeg Porter steeds meer voordeel, maar nam een combinatie, die niet winnend was. Met drie schijven minder haalde Porter dam en even later Gerard ook. Met de dammen op het bord werd het lastiger (meer keuzes). Er werd nog veel heen en weer geschoven Na drie keer dezelfde stand met dezelfde speler aan zet was het reglementair remise.
Radjen Kalloe en Bas Baksoellah speelden in deze groep de ‘belangrijke’ partij. Radjen nam al snel een voorpost in het centrum, die alleen naar de vleugels weggeruild kon worden. Met meerdere ruiltjes naar voren nam Radjen een tempivoordeel van 6. Toen de voorpost nog verder naar voren werd gebracht werd het voordeel zelfs even 9. Radjen maakte goed gebruik van deze voorsprong, want zijn schijven stonden strategisch veel beter. Radjen won de partij en daarmee twee belangrijke punten.